De in het Volkskrant-artikel gegeven verklaringen voor onze goede beheersing van het Engels zijn niet echt verrassend. Zo lijken Engels en Nederlands (beide Germaanse talen, waarbij Engels sterk is beïnvloed door het Frans, een Romaanse taal) erg op elkaar, zijn wij Nederlanders als sprekers van een 'kleine' taal en handelsnatie van oudsher gewend om andere talen te spreken. Daarnaast speelt TV en internet een grote rol. Door het ondertitelen en onze oriëntatie op Engelstalige televisieprogramma's krijgen we het Engels al vroeg en veelvuldig binnen.
Enkele vragen en kanttekeningen
Betekent dit dat de TTO-Engels scholen in ons land overbodig zijn geworden of hebben we juist aan hen (mede) deze goede score te danken? En hoe zit het met de beheersing van andere talen? Nederlanders vergeten wel eens het belang van een goede beheersing van Duits en Frans. Kijk maar eens naar het grote en groeiend aantal TTO-Engels scholen in vergelijk tot het aantal TTO-Duits scholen (Valuascollege in Venlo en nieuwe initiatieven aan het Romboutscollege in Brunssum). Een TTO-Frans school bestaat in ons land momenteel niet. Internationalisering wordt vaak gelijkgesteld aan 'Engels spreken'. Hoe belangrijk (onmisbaar) een goede beheersing van het Engels voor Nederlanders ook is, het is niet voldoende als je zaken wilt doen met b.v. Duitsers en Fransen/Franstaligen.
Ook voor het Duits geldt dat er een grote verwantschap met het Nederlands is. Duits en Nederlands liggen taalkundig nog dichter bij elkaar dan Engels en Nederlands. Toch wordt Duits vaak als lastig ervaren, met name vanwege de naamvallen. Hier is duidelijk het gemis aan regelmatig contact met de Duitse taal debet aan de afname van de kennis van het Duits. De generatie die (vaak langs de Nederlands-Duitse grens) is opgegroeid met Duitse televisie (en vaak in Duitsland of Oostenrijk op vakantie ging), beheerste de Duitse taal (in ieder geval passief) veel beter dan de huidige jeugd, uiteraard positieve uitzonderingen daargelaten. Gelukkig komen er de laatste jaren in de grensstreek ook steeds meer initiatieven om de jeugd al vroeg met het Duits in aanraking te laten komen. Denk bijvoorbeeld aan de Euregioscholen.
Voor het Frans ligt het allemaal (helaas) wat moeilijker. Frans is duidelijk minder verwant aan het Nederlands en buiten het onderwijs komt de gemiddelde Nederlander er niet veel mee in aanraking, alhoewel Frankrijk een populair vakantieland is. Via TV of internet komen Nederlanders slechts zelden met de taal in contact, hoewel de mogelijkheid er zeker is! Velen zien het als een mooie, maar moeilijke taal. Ook wordt beduidend minder handel gedreven met Frankrijk en Wallonië dan met Duitsland. Onze handel met genoemde landen zou nog verder kunnen toenemen en verbeteren als we beter Duits en Frans zouden spreken. Nederland loopt met name in Frankrijk en Wallonië omzet mis, maar ook in Duitsland!